No Woman No Cry begon als therapeutische voorstelling
Dit schilderij begon toen Marianne en ik een vriendin van ons behandelden met baarmoederhalskanker. Marianne is een biofotonen-therapeute, gebruik makend van een apparaat om de meridiaanpunten op handen en voeten te meten. Als bepaalde punten in onbalans zijn kan ze in haar database het juiste middel erbij zoeken. De keuze van het middel dat de onbalans kan opheffen zegt dan weer iets over het ziektebeeld. Meestal betreft het dan homeopathische frequencies, Bach Bloesems of Australische Bush essences. We hadden al eerder ontdekt dat ook mijn schetsen bepaalde onbalansen kunnen opheffen.Marianne en onze vriendin hadden het over haar kanker en de onderliggende oorzaken. Geen enkele vorm van kanker komt zomaar uit de lucht vallen. Altijd zijn er oorzaken. Fysieke oorzaken om te beginnen, maar daaronder liggen diepere lagen waarbij je uitkomt op zieleniveau. Op de lange duur kunnen bepaalde trauma’s zich kenbaar maken door lichamelijke ongemakken. Ongemakken kunnen ontaarden in ziektes en tenslotte uitmonden in kanker. Voor onze vriendin was duidelijk dat haar ziekte veel te maken had met bepaalde problemen tijdens haar eigen geboorte die zich later op een andere manier herhaalden tijdens de geboorte van haar zoon. Toen dat ter sprake kwam kreeg ik ineens het idee voor een bepaalde afbeelding die ik als schets op papier zette.
De week erop maakte ik dit schilderij dat sindsdien bij haar thuis aan de muur hangt.
Overigens is onze vriendin later genezen van deze kanker. Zelfs het ziekenhuis heeft geconstateerd dat er geen baarmoederhalskanker meer te vinden was, en dat zonder operatie, chemo of bestraling.
Waargebeurd…
ooggetuige verslag van een ernstig ongeval bij Holten, maar met daarbij een geschenk van Boven.
Er is een reden waarom we de titel van dit schilderij ‘No Woman No Cry’ genoemd hebben…
Ik weet het jaar niet meer precies, maar ik denk in 2003 hadden we binnen enkele weken al twee keer meegemaakt dat we in de auto op de snelweg reden en langs een net daarvoor gebeurd ongeluk reden, waar al diverse mensen druk in de weer waren, maar waar nog geen politie of ambulance gearriveerd was. Zoiets houdt je bezig en je praat erover terwijl je verder rijdt. Marianne doet EHBO en ze is verplicht hulp te verlenen, maar als er al veel mensen zijn is extra aandacht eerder storend dan gewenst en bovendien rij je 120 km per uur, dus je hebt hooguit 1 of 2 seconden om je van de situatie bewust te worden, te beslissen wat je doet en dan ook nog in te schatten of je veilig kunt stoppen. Als je andere mensen in gevaar zou brengen… doorrijden!
Maar dit waren juist oefeningen om hiermee te leren omgaan, zo bleek enkele dagen later, want toen we op een stralende vroege zondagochtend met amper verkeer op weg naar Enschede reden zagen we vlak voor afslag Holten ineens een auto op de vluchtstrook staan, en enkele mensen liepen er zo op het oog verward omheen. Tijdens het langsrijden zagen we dat er onderaan het talud een auto ondersteboven lag. Ik was nu ‘getraind’ en wist direct wat me te doen stond en reageerde zoals ik mezelf had ingeprent… in de spiegel controleren of er niemand achterop zit, de vluchtstrook op, remmen en dan in z’n achteruit zo snel mogelijk over de vluchtstrook en parkeren met de wielen in de berm, alarmlichten aan, en uitstappen.
Het bleek inderdaad een serieus ongeluk, want 1 persoon zat verdwaasd in het gras, omringd door mensen, kennelijk uit de andere auto. Maar we zagen dat er in het gras nog twee mensen, jongemannen, lagen. Ze bewogen niet. Een ervan was al overleden constateerde Marianne. Aan z’n ligging te zien had hulp geen enkele zin meer. Ik ging bij de andere jongeman zitten die nog wel ademde, maar die ook ‘verkeerd’ lag, wetende dat Marianne zich zou bekommeren over de andere mensen en mogelijke slachtoffers. Door haar doelbewuste optreden werd iedereen tot rust gebracht. Ik bleef bij deze jongen zitten en voorvoelde dat ook hij het niet zou halen. De ambulance was reeds gebeld en al die tijd praatte tegen ik hem, legde een hand op zijn hoofd om hem te laten weten dat hij niet alleen was. Bewusteloos of niet… ik weet dat zoiets verschil maakt.
Toen de ambulance arriveerde was ik onder de indruk van hun professionele en tegelijk menselijke werkwijze. Ze haalden me niet weg, maar moedigden me juist aan te blijven, terwijl ze keken wat ze konden doen. Maar in dit geval was er niets dat ze direct konden doen, vanwege te ernstig intern letsel. De jongeman overleed waar we bij waren. Ik ben nog een tijdje bij hem blijven zitten, en omdat ik zoiets met m’n overleden vriendin Linda al meegemaakt had kon ik hiermee overweg. Het voelt voor mij niet goed om iemand direct na zijn of haar overlijden te verlaten, alsof er niemand meer is. Ook dan is gepaste aanwezigheid van groot belang.
Enige tijd later vroeg de gearriveerde politie of we mee wilden komen naar het bureau voor een verklaring en eventuele slachtofferhulp, maar het pakte zo uit dat wijzelf slachtofferhulp gingen verlenen aan de andere aanwezigen. Het bleek namelijk om twee auto’s te gaan waarbij mensen uit Holten na een nachtje stappen in Amsterdam op weg naar huis waren gereden. Kennelijk overmoeid (we vernamen later dat de bob echt een bob was geweest) was de chauffeur van de voorste auto vlak voor afslag Holten van de weg geraakt en over de kop geslagen. Hun vrienden in de achterste auto hadden zitten praten en hadden alles zien gebeuren, vandaar dat ook zij helemaal van slag waren. Wij waren de eerstvolgende auto ter plekke geweest.
Later werden we uitgenodigd voor de begrafenis van een van de jongens, Ilja Haan, waarbij zo onderhand het hele dorp aanwezig was, en we hebben contact gekregen met zijn ouders. Ze nodigden ons enkele weken later uit voor een ontmoeting bij hen thuis.
Die middag moesten we van Apeldoorn via dezelfde snelweg op weg naar Holten. Ik reed in Apeldoorn per ongeluk om op weg naar de oprit zodat we enkele minuten verspeelden en reden reden daarna meestentijds in gedachten over de snelweg. Het was spitsuur, dus druk meet veel vrachtverkeer.
Een kilometer of wat voor we langs de plek zouden komen waar we wisten dat het ongeluk gebeurd was, ging ik langzamer rijden, nam plaats tussen de vrachtauto’s die altijd met zo’n 90 km per uur gestaag voortgaan. Zo had ik wat meer rust en hoefde ik niet steeds in m’n spiegeltje te kijken. Ik zette in een opwelling de radio aan en we hoorden direct het begin van een geliefd nummer dat precies de goede energie in zich droeg. Het was No Woman No Cry van Bob Marley & The Wailers. Wat mooi getimed zeiden we tegen elkaar, en we luisterden zwijgend terwijl we de kilometerpaaltjes in de gaten hielden, want we zouden zodirect bij de plek komen waar het ongeluk was gebeurd.
De timing was nog veel preciezer dan we eerst dachten, want exact op het moment dat we langs het kilometerpaaltje reden hoorden we Bob Marley zingen: “Everything is gonna be allright”. En dat niet één, maar acht keer achter elkaar!
Geweldig is dat als je zoiets meemaakt, en omdat we geleerd hebben zulke dingen niet af te doen als toeval emotioneerde ons dit allebei enorm.
Even later arriveerden we bij de ouders van de overleden jongen, die uiteraard zeer ontdaan waren over het verlies van hun zoon. De keuze van de bloemen bleek perfect, want precies deze bos rode rozen (met 1 witte er midden in) waren zijn lievelingsbloemen die hij vaak voor z’n moeder meenam. Tijdens het ondanks alles toch heel gezellige gesprek merkten we dat deze ouders gelukkig openstonden om te horen wat we even daarvoor hadden meegemaakt. Dus we vertelden wat er gebeurd was en we zagen hun ogen veelbetekenend naar elkaar seinen, terwijl ze ademloos luisterden.
“Niets zeggen”, zei de vrouw tegen haar man. En tegen ons zeiden ze: “Kom even mee naar boven.”
Ze lieten ons de slaapkamer van hun zoon zien en toonden de grote poster die boven z’n bed hing: een schitterende poster van Bob Marley & The Wailers…