Vraag en Antwoord

Over grenzen stellen

Waarom ben ik zo moe? Over grenzen stellen.

Tijdens onze gesprekken met mensen over de Akaija en hun reacties daarop merken we dat er opvallend veel mensen zijn die last hebben van vermoeidheidsverschijnselen, die het gevoel hebben leeggezogen te worden, terwijl ze juist erg gevoelig en spiritueel zijn.

Gevoeliger worden betekent meer open staan voor dat wat er om ons heen is, voor de wereld, voor de mensen, en ook voor het onzichtbare, voor signalen die je opvangt. Als je je bewust bent van de noden van andere mensen kun je je in hun situatie verplaatsen, en begrijp je wat die mensen bezighoudt, begrijp je hun problemen, hun pijnen.

Wat er dan gebeurt is dat je aantrekkelijk bent voor mensen die hulp en aandacht nodig hebben. Mensen met problemen kunnen die problemen bij je kwijt en ze voelen zich bij beter worden, want ze worden begrepen, ze vinden een luisterend oor, een helpende hand, een schouder op uit te huilen.
Iemand die een probleem heeft, een verdriet, een ziekte, die dus hulp nodig heeft, vindt zijn of haar probleem belangrijk. In hun beleving staat HUN probleem centraal. Een zieke mag egoïstisch zijn, want hij of zij moet beter worden. Zij, maar dat geldt voor iedereen, hebben dat recht om om hulp te vragen.
Dat is prima, zolang ze maar niet te ver gaan in hun vraag naar aandacht. En daarin is het van belang dat ze weten waar de grens ligt. Die grens kunnen zij zelf meestal niet bepalen, maar moet hen aangegeven worden.

Grenzen aangeven heet dat, en juist gevoelige en spirituele mensen hebben daar vaak moeite mee. Ze offeren zichzelf op in het voordeel van hun medemens. “Zij hebben toch hulp nodig?” zeggen ze dan. “Ik moet dit toch doen? Dat hoort toch? Dat is toch goed?”

Stel b.v. dat iemand je belt met een probleem waar hij of zij mee zit. Je hoort het verhaal aan, geeft wat adviezen, leeft mee… Maar dan kan het gebeuren dat die ander aan je blijft trekken. Jij wilt het gesprek afbreken, maar je merkt dat de ander nog weer iets en nog weer iets te berde brengt. Die voelt namelijk aan dat je het voor nu genoeg vindt, maar het gesprek doet hem/haar goed, ze krijgen er energie van etc, dus hoe langer ze je aan de lijn houden, hoe fijner het is. Dat haalt hen uit hun eenzaamheid. Soms gaan mensen nog veel verder en dreigen zelfs met woorden als ‘ik moet je soms kunnen bellen, want als ik zo diep in de put zit heb ik iemand nodig. Als ik dan alleen blijf dan weet ik niet wat ik mezelf aan zal doen’. Dat gedrag heet morele chantage: jou een schuldgevoel aanpraten als jij niet doet wat zij willen.
En als je daarop in gaat, beschikken zij over jouw energie.

Als je in liefde andere mensen helpt geef je energie door aan de ander. Die energie ontvang je van Boven, van je gidsen, en die krijgen het weer van… de Alkracht, uit de Universele Bron, God, Allah…
Liefde stroomt… en stroomt… dat is haar aard. Liefde kun je niet bezitten of vasthouden.
Maar je gidsen weten ook wanneer genoeg genoeg is. Op dat moment stoppen zij met het geven van energie door jou heen. Dat weet je op zo’n moment, omdat je dan b.v. het gevoel krijgt van ‘zo is het genoeg’. Of je wordt moe. Je kunt de aandacht niet meer vasthouden, etc. Misschien heb je wel een afspraak gepland of was je van plan iets te gaan doen.
Luister je niet naar die innerlijke stem, naar dat innerlijke gevoel van ‘zo is het genoeg’, dan blijf je doorgaan, vanuit de gedachte dat het probleem van de ander jouw probleem is. Dat je dit ‘moet’ doen. Misschien laat je die afspraak schieten. Je verandert je plannen. Je gaat je in bochten wringen etc…. om die ander maar te helpen. Je blijft doorgaan met energie geven, met luisteren, met wat dan ook…. En dan ga je over je grenzen heen.
Maar… daarvoor gebruik je nu je eigen energie, niet de energie die je doorgegeven werd door je gids. Je gids houdt ook rekening met de afspraken die je hebt, met de dingen die je verder moet doen. Die houdt ook rekening met dat wat JIJ nodig hebt. Jij hebt ook jouw leven, dat is belangrijk.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen, noodgevallen etc… maar als dat zo is, dan weet je dat. En soms rechtvaardigt de situatie dat. Maar… in die gevallen krijg je ook alle hulp van boven die je nodig hebt.

Normaal gesproken is het niet de bedoeling dat je je helemaal opoffert voor andere mensen. Hun probleem is hun verantwoordelijkheid, niet de jouwe. Want als je je helemaal gegeven hebt aan enkele mensen, en je hebt niet geluisterd naar je innerlijke stem, je bent steeds over je grenzen heengegaan… dan kun je uiteindelijk niet meer. Je wordt moe, en steeds vermoeider… je kunt al die andere mensen die ook hulp nodig hebben niet meer helpen.
In de therapeutenwereld bestaat hier een woord voor: het hulpverlenersgat. Dat is een zogenaamd gat in de aura, waardoor alle energie wegloopt. Je staat open, iedereen kan jouw energie stelen, iedereen mag zo maar bij je binnen komen. Je beschermt jezelf niet. Soms krijgen deze mensen zelfs te maken met entiteiten, met ‘lifters’. Je bent een prooi voor iedereen. Waar zijn je grenzen?

Wat kun je daar aan doen?
In feite is het antwoord heel eenvoudig: 1. Bewustwording. 2. Je angst overwinnen.
Je hoeft niet te gaan piekeren over wat je allemaal moet gaan doen om je grenzen te stellen. Waar het om gaat is dat je je bewust wordt op welk moment je over je grens heen gaat. Komt er iemand bij je, of belt er een vriend of vriendin die jou wil spreken over zijn of haar problemen… en je hebt tijd en gelegenheid om te luisteren… luister dan. Geef die persoon al je aandacht. Maar op een bepaald moment is genoeg genoeg. Dat moment kun je voelen. Als je gevoelig bent kun je dat.

Ga maar eens bij jezelf na of je je zo’n situatie voor de geest kunt halen. Wat deed je toen? Ben je doorgegaan? Waarom heb je het gesprek niet afgebroken? Waarom liet je dit gebeuren? Waarom ging je er toch naar toe, terwijl je al doodmoe was? Waarom heb geen andere oplossing bedacht? Moest JIJ zonodig op dat moment in de bres springen? Wat dat werkelijk de juiste beslissing? Misschien… maar misschien ook niet.

Meestal komt het neer op angst. Angst voor wat de ander daarvan zou zeggen. Angst voor de afkeuring van de ander. Angst om niet lief gevonden te worden. Dat heeft dus niet met hulpverlenen te maken, maar met je eigen angst.
Word je bewust van… Kijk naar al die gelegenheden dat je over je grenzen heen bent gegaan.
En als je je bewust bent van… dan weet je automatisch wat je daaraan moet doen.
Het zal in het begin niet meevallen, maar als je je angst overwint word je sterker. Misschien schiet je soms door en ben je te hard. Een andere keer wacht je te lang, pak je het verkeerd aan. Geeft niet. Blijf zoeken. Blijf leren. Blijf in Liefde.

Iemand die sterk in zijn of haar schoenen staat is een voorbeeld voor andere mensen, kan andere mensen helpen, en gaat er zelf niet aan ten onder.

Waarom nu dit verhaal?

Het is ons opgevallen dat de Akaija bij sommige van die mensen niet zo sterk lijkt te werken. Maar opvallend is dat er dan gesprekken en mailwisselingen op gang komen die vaak juist hierover gaan. Zou dat dan toch door de Akaija kunnen komen?
Wie weet.

Wat de Akaija doet is je energiesysteem versterken, je energiestroming gaande houden. Maar als je altijd je energie weggeeft, daarbij over je grenzen gaat, dan zul je daar niet veel van merken. Eerst moet er iets in jouzelf veranderen. Dan zul je merken dat je na verloop van tijd meer en meer energie hebt. De Akaija confronteert je ermee, maar de werkelijke verandering vindt daarbij in jouzelf plaats.